CHATURANGA DANDASANA (vierbenige stafhouding)

CHATURANGA DANDASANA (vierbenige stafhouding) versterkt de kern en maakt gebruik van de armspieren om het grootste deel van het gewicht te dragen.

Vertrekkend van ADHO MUKHA SVANASANA (neerwaarts kijkende hondhouding), verplaats je op een inademing je lichaam en gewicht naar voren in een hoge plankpositie met ellebogen en schouders boven de polsen gestapeld.

Hou de ellebogen dicht bij de romp, adem uit en laat de romp en benen tot halverwege de vloer zakken. Je bevind je nu in CHATURANGA DANDASANA (vierbenige stafhouding).

Naast het aanspannen van de benen, werken de buikspieren en de spieren van de rug samen om stabiliteit in de pose te bieden.

Door de hielen naar achteren reiken kan helpen om het gewicht te verdelen en enige spanning uit de armen en schouders weg te nemen.

Vanuit deze houding kan je ofwel naar voren over de tenen rollen en de armen in URDHVA MUKHA SVANASANA (opwaarts kijkende hondhouding) strekken, terug naar achteren in ADHO MUKHA SVANASANA (neerwaarts kijkende hondhouding) komen of je helemaal naar beneden op de mat laten zakken om een houding in buikligging zoals BHUJANGASANA (cobrahouding) uit te voeren.